Moet je planten verplanten of overpotten? Neem een paar tips om te voorkomen dat ze verwelken

Alle planten die je in potten kweekt, moeten regelmatig worden verpot voordat ze hun definitieve grootte bereiken, en er zijn ook gevallen waarin de in potten gekweekte plant naar de grond moet worden verplaatst of waarbij je beseft dat je de plaats in de tuin moet veranderen en de plant naar een ander bloembed moet verplaatsen.

Het verplaatsen is altijd traumatisch, en moet dus op het juiste moment en met de nodige zorg worden uitgevoerd, zodat elke soort plant deze ingrijpende veranderingen zo ongeschonden mogelijk kan doorstaan. Hieronder vind je enkele nuttige tips om te voorkomen dat een verpotte of verplante plant kort nadien zijn groeikracht verliest.

• Vermijd altijd planten te verplaatsen tijdens het heetste deel van de zomer, omdat ze dan moeilijk op tijd kunnen acclimatiseren en het water kunnen opnemen dat ze nodig hebben om de hoge temperaturen te bestrijden.
• Als je van plan bent ze te verplaatsen, geef ze dan een paar dagen van tevoren goed water, zodat de plant beter voorbereid is om het gebrek aan water te overleven dat optreedt wanneer hij zich op haar nieuwe plaats moet "vestigen".
• Zorg ervoor dat je de plant uittrekt met zoveel mogelijk grond rond de wortels: de aarde rond de wortels beschermt ze terwijl je het exemplaar hanteert en verplaatst, wat altijd een moment is waarop de wortels een beetje beschadigd raken. Gebruik dus een schop of spade en trek de plant nooit aan de stengel of takken.
• Als je de pot moet vervangen, leg hem dan neer en haal de grond bij de randen weg, zodat de wortels zo min mogelijk worden aangeraakt, en trek de plant er dan uit.
• Als de wortels nu echter alle beschikbare ruimte in beslag hebben genomen en daardoor een warrige massa hebben gevormd, probeer ze dan heel voorzichtig te spreiden, althans de buitenste (zonder ze te breken). Dit maakt het voor de plant gemakkelijker om ze open te spreiden op zijn nieuwe plek, waar hij meer ruimte zal hebben.

• Bereid eerst de grond voor waarin de plant zal worden geplant: als dat in volle grond is, spit en belucht het en voeg zo nodig organisch materiaal toe. Dit zal ervoor zorgen dat er geen stilstaand water optreedt. Bereid voor een nieuwe pot de nodige grond voor, afhankelijk van het type plant, op voorwaarde dat deze goed losgemaakt is om overtollig water te laten weglopen. Om dezelfde reden moet je ervoor zorgen dat er voldoende drainagegaten in de bodem zitten. Zorg er ook voor dat je grond gebruikt die niet is aangetast door schimmel of andere problemen.
• Geef de plant onmiddellijk na het verplanten water en controleer het ten minste om de dag: steek een vinger in de grond en als die enkele centimeters droog is, kun je hem meer water geven. In de eerste dagen is het moeilijker voor de wortels om het nodige water op te nemen. Als je echter merkt dat het water niet snel door de grond wordt opgenomen, moet je wachten tot de grond goed is opgedroogd voordat je weer water geeft, anders bestaat het risico dat de wortels gaan rotten.
• Zodra je water geeft, zal de grond rond de hals uitzakken, dus houd wat extra grond klaar om toe te voegen en verdicht die voorzichtig rond de hals van de plant.
• Vermijd bemesting gedurende 3 weken.

Succes!