Uienschillen voor de tuin: het oeroude middel om planten te versterken
Een van de oude tuinmiddelen die misschien niet iedereen kent, is het gebruik van uienschillen. Het gaat erom alleen de buitenste schil te gebruiken, de droge schil die je gewoonlijk weggooit omdat je er eigenlijk heel weinig mee kunt doen - tenzij je stoffen op natuurlijke wijze wilt verven!
Uienschillen verrijken de grond namelijk met nuttige stoffen voor de plantengroei, maar ze fungeren ook als een natuurlijk schimmelwerend middel, waardoor de verschillende soorten worden beschermd tegen ongewenste aanvallen en ziekten. Een afkooksel van uienschillen heeft ontstekingsremmende, immuunstimulerende en regenererende eigenschappen die ook de planten ten goede komen. Lees verder om meer te weten te komen.
Caroteen, fytonciden, B-vitamines en nicotinezuur: dit zijn de stoffen die zich in het buitenste gedeelte van de ui bevinden en die je gewoonlijk weggooit, en die ook van pas komen bij de teelt van groenten, vooral tomaten.
Voor tomaten is het namelijk raadzaam een pan te vullen met uienschillen en deze vervolgens te vullen met water tot ze onder water staan. Kook, laat afkoelen en bewaar het op een koele plaats gedurende twee dagen. Zeef en verdun het afkooksel (één deel afkooksel op drie delen water) en giet het resulterende product aan de voet van elke plant. Het wordt toegediend wanneer de planten nog jong zijn, bij voorkeur 's avonds. Het dient opnieuw gedaan te worden wanneer de planten bloemen hebben geproduceerd.
Bij komkommers wordt hetzelfde preparaat echter op de bladeren gespoten om te voorkomen dat schimmelziekten en dergelijke later de kop opsteken. Anders kan de grond worden geïrrigeerd met 3 liter product per vierkante meter.
Voor planten in het algemeen, alsook voor sierplanten: vul een pan met zoveel mogelijk schillen binnen het niveau dat een liter water zou bereiken, voeg vervolgens 8 liter water toe en breng het aan de kook. Giet deze vloeistof in een bus en houd die een dag gesloten. Vervolgens verdunnen in een verhouding van 1:5 en het product gebruiken voor het water geven, bij voorkeur altijd over de grond gieten en niet over de bladeren.
Voor een middel tegen insecten en ongedierte: een emmer uienschillen, enkele stukken tuinbouwzeep (zachte kaliumzeep, zuiver) en twee emmers water (het water moet tweemaal het volume van de schillen zijn). Alles wordt gekookt om de zeep op te lossen, gefilterd om alleen de vloeistof te verkrijgen en elke week op de aangetaste planten gespoten. De overblijfselen kunnen in de grond aan de voet van de planten worden geplaatst.
Ook het begraven van droge schillen kan al veel doen, hoewel het wat langer duurt voordat ze hun nuttige bestanddelen aan de bodem en planten afgeven!
Heb je wel eens geprobeerd uienschillen in de tuin te gebruiken?
