Wil je een kruidentuin aanleggen? Ontdek wat je hiervoor moet weten
Vroeg of laat denkt iedereen erover om een paar potjes van de meest gangbare kruiden te kweken, zodat verse bladeren worden verkregen om allerlei gerechten mee op smaak te brengen en lekker te laten ruiken. En ook als ze niet in de keuken worden gebruikt, zijn veel van deze planten prachtig om te zien en verspreiden ze zeer aangename geuren, waardoor ze ook een uitstekende keuze zijn als interieurdecoratie.
En als je een beetje grond in de tuin hebt, is het nooit een slecht idee om na te denken over de aanleg van een eigen bloembed gewijd aan deze groep planten. Maar wat moet je weten voor je begint? Lees verder en kom erachter.
1. Beginnen met zaad of plantjes? De tweede methode, met jonge maar reeds gevormde planten - en beter nog met tamelijk ontwikkelde - is de methode die de grootste kans op succes garandeert, en ook de enige die bruikbaar is wanneer het niet meer laat in de winter/vroeg in het voorjaar is.
Als je echter zaden wilt proberen, is het beter om overvloedig te zijn met hoeveelheden, want je moet er rekening mee houden dat niet alles zal ontkiemen. En dan heb je geschikte potten voor je zaaibed nodig, waarbij je je goed informeert over de temperaturen en de behoeften wat betreft grond en water voor de verschillende soorten planten die je wilt verkrijgen.
2. Grond: sommige aromatische planten (zoals lavendel) verkiezen kalkhoudende of armere grond, maar over het algemeen is universele potgrond van goede kwaliteit prima. Ze hoeven echter niet bijzonder te worden verrijkt met extra stoffen of meststoffen. De mediterrane kruiden die het meest in de keuken worden gebruikt (vooral die met kleinere blaadjes, zoals tijm of oregano), komen van nature voor op tamelijk onvruchtbare en dorre gronden. De soorten met grotere zachte bladeren (bijvoorbeeld basilicum) hebben daarentegen iets meer mest nodig, maar nooit te veel.
3. Water geven: de regel is altijd dat stagnatie van water moet worden voorkomen, dus geef ze niet te vaak water. Het is beter om veel water te geven wanneer de grond uitdroogt en dan te wachten tot het weer droog is voordat je opnieuw water geeft. Goede drainage is essentieel. Als de temperaturen stijgen, moet je vaker water geven, dus een paar keer per week in die periode.
4. Licht: dit zijn planten die graag op een zonnig plekje staan, behalve misschien basilicum (althans bepaalde soorten) waarvan de bladeren soms een beetje verbranden onder de hete stralen.
5. Snoeien: vaste planten zoals rozemarijn of salie moeten aan het eind van de zomer massaal worden gesnoeid, waarbij de takken met ongeveer een derde worden ingekort (snoei echter nooit te laag op houtachtige stengels). De rest van de tijd verwijder je gewoon alle droge delen.
6. Oogsten: elke plant stelt zijn eigen eisen, maar het is altijd raadzaam te wachten met het verwijderen van bladeren en takjes tot ze goed ontwikkeld zijn. Voor basilicum, bijvoorbeeld, moet worden gewacht tot het ongeveer twintig centimeter hoog is. In elk geval moeten de bladeren en takjes op evenwichtige wijze worden geoogst, zonder steeds van dezelfde kant of op dezelfde plaats af te snijden. Op die manier worden de planten gestimuleerd om compacter te groeien en hun energie gelijkmatig te verdelen over alle resterende delen.
Klaar om je eigen kruidenhoekje te creëren?
