Gaan de planten steeds dood? 10 veelgemaakte fouten en 7 tips om ze te leren verzorgen
Het geeft veel voldoening om een plant te zien die elk jaar weelderig, steeds groter en vol bladeren, bloemen en vruchten terugkomt om ons te begroeten. Want tuinieren is een element van onmiddellijke en kosteloze voldoening, maar gul voor wie zorg en aandacht en veel geduld, geeft. Dat betekent dat een paar obstakels die vaker voorkomen misschien kunnen worden hersteld, of dat sommige in de toekomst kunnen worden vermeden, als je maar de wil hebt om te begrijpen wat de oorzaak kan zijn van het verval van een plant, en ook de wil om een beetje te experimenteren, om ons huis en de ruimte eromheen ook beter te leren kennen.
Er zijn in feite een aantal fouten die het vaakst gemaakt worden, in goed vertrouwen, en die misschien verantwoordelijk zijn voor het gebrek aan succes bij het kweken. Laten we er hieronder enkele bekijken.
Blootstelling: dit concept is fundamenteel. Wanneer je een plant koopt, moet je te weten komen (op de kaartjes, online, praten met verkopers) wat de vereisten zijn op het gebied van zon en temperatuur. Er zijn planten die schaduw of halfschaduw kunnen verdragen, maar misschien minder bladeren en bloemen zullen produceren. Andere daarentegen zullen onvermijdelijk 'verbranden' als ze op het heetst van de dag in de zon staan.
En dan de gemiddelde seizoentemperaturen, nog een factor om rekening mee te houden, om beschutte plekken te vinden of om te weten of de planten in potten moeten worden gekweekt, zodat ze in de winter onder een afdak kunnen staan.
Om dit te doen, hoef je alleen maar balkons, vensterbanken en tuinen tijdens de verschillende seizoenen te observeren om te zien welke hoeken nooit genoeg licht krijgen en welke lichter zijn, waarbij je een onderscheid maakt tussen de hoeken waar de zon tijdens de warmste uren en periodes direct binnenkomt en de hoeken waar de zon wat meer gefilterd is.
Water geven: planten hebben veel meer kans om dood te gaan door te veel water dan door te weinig. Zorg ervoor dat je voor elk type plant de juiste grond gebruikt, die de juiste voedingsstoffen maar ook voldoende drainage biedt. Wateroverlast vermijden is cruciaal voor de meeste planten die in potten of in de grond groeien, want wortelrot is schadelijk en zelfs dodelijk voor planten.
Geef water wanneer de grond aan de oppervlakte uitdroogt, d.w.z. wanneer de eerste 5-7 cm - of meer voor grotere planten - uitdroogt. En je hoeft er maar je vinger in te steken om dit te zien. Water geven moet constant zijn, d.w.z. met regelmatige tussenpozen, en vaak overvloedig (zorg altijd voor drainage), zodat het goed nat wordt en langer meegaat.
Een andere factor om rekening mee te houden bij het kopen is de plantdichtheid, d.w.z. het aantal planten dat in een gebied moet worden geplant, meestal op basis van 1 vierkante meter. Etiketten (of anders verkopers) geven altijd de minimale afstand aan tussen de ene plant en de andere, wat een waarde is die rekening houdt met de grootte die de plant zal aannemen zodra deze volledig ontwikkeld is. Als er te veel planten op elkaar staan, beroven ze elkaar van licht, voedingsstoffen en water en dit alles, in combinatie met te weinig ruimte om te groeien, betekent dat elke plant zich slechter ontwikkelt of dat er uiteindelijk maar één de anderen overwint.
Beschermen tegen dieren: zaden zijn geliefd bij vogels en insecten, bollen bij bepaalde knaagdieren, vruchten bij veel andere dieren. Voor elk type plant is er wel een plaatselijk dier dat er dol op is. En in sommige gevallen zijn er planten bij om andere te beschermen, of systemen zoals netten of paaltjes die de meeste ongewenste gasten op afstand houden.
Verder nog: invasieve planten op afstand houden. Elk deel van de wereld heeft onkruid, soms heel mooi, soms iets minder prettig om te hanteren (denk aan braamstruiken!). Maar zelfs bepaalde kruidachtige vaste planten kunnen, hoewel ze mooi zijn, door hun rustieke karakter onkruid worden, de grond overnemen en andere verstikken die we op dezelfde plek wilden laten groeien.
Je moet dan de plantenbakken en bloemperken controleren, onthouden waar je de sierplanten (of moestuinplanten) hebt neergezet die je wilt laten groeien en ervoor zorgen dat je de planten die te dicht op elkaar beginnen te groeien, onkruidvrij maakt.
Mulchen: een beetje mulchen kan wonderen doen bij het bestrijden van onkruid, maar ook bij het reguleren van de vochtigheid van de grond en het verrijken ervan met nuttige stoffen. Door het oppervlak te bedekken met verschillende soorten organisch materiaal (bij voorkeur niet te chemisch behandeld) zorg je ervoor dat er niet te veel ongewenste planten groeien en dat telkens als je water geeft, het water langer in de grond blijft. En in de winter zullen ze een beetje een 'warme deken' vormen die beschermt tegen koude pieken.
Vergeet ook niet om fruit te plukken als het rijp is: als je het aan de plant laat zitten, zal het in de toekomst minder productief worden.
Snoeien: hier hebben we een apart artikel voor nodig, maar denk er altijd aan om de plant niet 'aan te vallen' tijdens de bloei- of vruchtzettingstijden, maar liever net voor of net na de vegetatieve rustfase. Wanneer je snijwonden van welke aard dan ook aanbrengt, desinfecteer de messen dan (bleekmiddel, pure alcohol of zelfs vuur volstaan).
Kortom: laat je niet ontmoedigen door een paar obstakels, maar ga rustig en gestaag aan de slag en je zult zien dat je maar weinig nodig hebt om te begrijpen wat een plant nodig heeft.
